Vipassana meditatie begeleid door Jotika Hermsen
Jotika Hermsen (www.sanghametta.nl) begeleidt Joris Linssen bij een Vipassana meditatie in het kader van het programma Boeddha in de Polder.
Dhamma tekst over gevoel (Satipathana meditatiedag)
En daar zit je dan, op je mat, kussen of stoel terwijl buiten de wereld in brand staat. Er dagelijks talloze doden vallen door geweld, aangestuurd door gevoelens van woede, onmacht, teleurstelling maar ook begeerte, trots, verwaandheid en jaloezie. En ook wij voelen de onmacht omdat we niet in staat zijn dit geweld te stoppen. We zien de beelden en kunnen er vervolgens niets mee. Het maakt ons verdrietig en opstandig en van tijd tot tijd bezorgt het ons een hopeloos gevoel. We vragen ons af hoe het toch mogelijk is dat mensen elkaar dit aandoen.
Wat is eigenlijk het gevoel dat onze gedachten en gedrag zo beheerst. Waar komt het vandaan?
In het Boeddhisme zien we dat er niet zoiets is als een autonome entiteit die controle heeft over gedachten, keuzes en gedrag. Alles wat er gebeurt is onderhevig aan de wet van oorzaak en gevolg. Om een voorbeeld te noemen. Je ziet degene die naast of voor je zit. Het oog maakt contact en dan volgt het gevoel, ofwel de ervaring. Dan is er vervolgens de perceptie of labeling. Er is de herkenning, dit is een vrouw of man. En dan volgen de gedachten zoals, wat een mooie omslagdoek of wat een stevig meditatiekussen. Dat zou ik ook wel willen. Er is verlangen. En dan volgt de intentie. Je benadert die persoon en vraagt waar hij of zij dat kussen heeft gekocht. Tenslotte zoek je online naar de aanbieder met de beste prijs en koopt het kussen.
Waar komt die hele keten van oorzaak en gevolg nu vandaan?
Als we ons bewustzijn observeren dan zien we een onafgebroken reeks van sensaties, gevoelens en gedachten opkomen en weer wegvallen. Dit alles komt op als gevolg van eerdere ervaringen en informatie, opgeslagen in een soort database van je bewustzijn. Een database van kamma. Daar hebben we geen controle over. Die database bepaalt voor een belangrijk deel de vrolijke en liefdevolle gevoelens die opkomen maar ook de verdrietige en gevoelens van onmacht.
Kunnen we daar dan helemaal niets aan doen?
Nee, niet aan het gegeven dat die gevoelens opkomen en weer wegvallen, maar wel hoe we die gevoelens ervaren en hoe we erop reageren.
De poortwachter daarbij is mindfulness. Door mindful te zijn van moment tot moment kunnen we gevoelens observeren, ze dan zien als gevoelens om ze vervolgens los te laten of als het onheilzame gevoelens zijn te vervangen door heilzame gevoelens. Door dit te doen beïnvloeden we onze database, ons kamma, op een heilzame manier zodat ons gevoelens en gedachten in toenemende mate heilzaam zijn. Hoe vervangen we onheilzame gevoelens door heilzame? Om te beginnen door niet te oordelen maar met compassie de bestaande gevoelens waar te nemen en te laten gaan.
In de Satipatthana sutta, de belangrijkste sutta in het Boeddhisme, beschouwen we lichaam als lichaam, gevoel als gevoel, het bewustzijn als bewustzijn en tenslotte alles wat er in het bewustzijn opkomt, de zogeheten mentale objecten, als mentale objecten. Door dit te doen trainen we onze geest om bewuster en aandachtiger te zijn in het huidige moment. En we identificeren ons daardoor niet met dit alles. Er ontstaat ruimte, vrijheid en gelijkmoedigheid, een belangrijke kwaliteit op weg naar Verlichting en dat is het uitdoven van elke vorm van afkeer en begeerte, de ultieme vrijheid.
Begeerte en afkeer steunen beide op onwetendheid en worden ook door onwetendheid aangestuurd. Onwetendheid ligt daarmee aan de basis van negativiteit en onheilzaamheid.
Dus als we dan kijken naar al dat geweld om ons heen, dan kunnen we ons realiseren dat dit alles het gevolg is van onwetendheid. En dan kunnen we misschien ook zeggen: I forgive you for not knowing.
Dhamma tekst over de geest (Satipathana meditatiedag)
Vandaag gaat de opmerkzaamheid naar de geest, het derde aandachtsgebied van de Satipatthana.
De geest is vooral het domein van neurowetenschappers en ook centraal thema in de Abhidhamma, de Boeddhistische psychologie.
De geest lijkt soms een vaag en ongrijpbaar fenomeen. Wetenschappers buitelen over elkaar heen als het gaat om uitleg en verklaringen.
Wij houden ons bij de leer van de Boeddha die overigens door talloze neurowetenschappers in toenemende mate wordt omarmd.
Maar wat is de geest dan eigenlijk?
Laten we eerst eens kijken naar onze eigen geest op dit moment. Hoe staat die ervoor? Hoe zit die erbij? Nu vraag je je misschien af hoe je dat kunt weten. Kunnen we in onze geest kijken?
Nee, dat kan niet. Want de geest is geen constante, geen permanent iets. Wat we wel kunnen is opmerkzaam zijn op de staat waarin we ons bevinden. Je kunt nog vol zijn van de rit hierheen of van de hectiek in de ochtend, dan is de staat van de geest misschien onrustig. Dan is er opwinding of verwachting.
Misschien ben je nieuwsgierig en verwachtingsvol, misschien zijn er zorgen of een diepe tevredenheid. Van deze staten van de geest kun je je bewust worden via opmerkzaamheid.
Heeft dat zin? Ja dat heeft zeker zin.
Waarom heeft dit zin? Door opmerkzaamheid ontwikkel je de geest en een ontwikkelde geest brengt inzicht, balans, rust en geluk.
Dat werkt ongeveer als volgt.
Je staat voor een rood stoplicht en hebt haast om op tijd bij een afspraak te komen. Het licht springt op groen en de automobilist voor je trekt niet op. Hij of zij zit kennelijk niet op te letten. Je drukt op de claxon, maar tegen de tijd dat de automobilist reageert is het licht alweer op rood gesprongen.
Wat een heerlijke reeks momenten om opmerkzaam te zijn op de staat van de geest en om deze te trainen. Je staat voor het stoplicht, je bent al aan de late kant: de geest is onrustig. Ongeduldig wacht je op het groene licht om te kunnen rijden: de geest is verlangend. De chauffeur voor je let niet op: de geest is geïrriteerd.
Hoe bevrijdend kan het zijn om je bewust te zijn van deze momenten die zich in een niet aflatende stroom aandienen en weer wegvallen. Oh nou kom ik vast te laat, wat ontzettend vervelend en vervolgens, nou ja, dat kan iedereen overkomen en de wereld vergaat niet. En dan weer, oh maar dan mis ik dit programmaonderdeel. En alle andere denkbare reacties. Reacties die je behoorlijk in de greep kunnen houden.
Door de geest te zien als geest, namelijk als een onophoudelijke reeks van bewustzijnsmomenten die opkomen en weer wegvallen kun je afstand nemen van die reacties door je er niet mee te identificeren.
Die bewustzijnsmomenten ontstaan door contact. Contact via de zintuigen; je ziet iets ofwel, je oog valt op iets of iemand en je word je bewust van hetgeen je ziet. Je hoort iets en je word je bewust van hetgeen je hoort en zo gaat het ook met de overige zintuigen. En ook, je denkt iets en je word je bewust van de gedachte en je voelt iets en word je bewust van dat gevoel. Het is de kunst om bijvoorbeeld geluid te ontvangen als enkel horen, horen, en te zien wanneer de reactie optreedt zoals bijvoorbeeld: wat is dit fijn, of veel te hard en onprettig. De reacties noemen we de metgezellen.
Daarmee is de geest datgene wat de emoties zoals bijvoorbeeld vreugde, onrust en zorgen kan kennen. Je kunt vreugde, onrust en zorgen dus zien als de metgezellen van de geest. De geest is altijd verbonden met metgezellen. Volgende keer richten we onze aandacht op die metgezellen.
Als we in de meditatie onze aandacht richten op de geest, wat doen we dan? In grote lijnen komt het er op neer dat we opmerkzaam zijn waar we ons bewust van worden van moment tot moment. De geest is als het ware de baas in het herkennen van de ervaring.
Wat maakt dat de Boeddha het zo belangrijk vond om te mediteren en contempleren op de geest? Door alle toestanden van de geest te leren kennen wordt ook duidelijk dat niets permanent is, alles voortdurend verandert en veranderlijk is van aard. Inzicht in deze processen helpt om de identificatie met al deze bewustzijnsmomenten, ofwel de pure geest en metgezellen, los te laten en ze laten voor wat ze zijn: processen, niet van jou en niet van mij. Van wie dan wel? Ze zijn van zichzelf zegt de Boeddha.
Dhamma tekst over mentale factoren (Satipathana meditatiedag)
Je gedachten kun je niet kiezen.
Je gedachten kun je niet kiezen.
Ze zijn er opeens.
Dat zei een Britse komiek in zijn nieuwjaarconference.
Twee simpele zinnen, en zo raak.
Want gaat het hier niet om?
We denken misschien dat we controle hebben, maar dat is een illusie.
We denken misschien dat een intentie van onszelf is, maar ook dat is een gedachte die we niet kunnen kiezen.
Een intentie is er opeens, maar niet zomaar, nee, dat niet.
De intentie heeft net als alle andere gedachten een oorzaak en een gevolg.
Je kunt het misschien vergelijken met een eindeloze rij dominostenen die elkaar aantikken.
De komiek ging verder en zei:
De gedachte zegt, hé, ik ben een gedachte.
De gedachte zegt, hé, ik ben een gedachte.
De context waarin hij dit zei had weinig te maken met de Boeddhistische leer, maar de betekenis van deze zin wel.
In het vierde aandachtsgebied van de Satipatthana contempleren we op de metgezellen van de geest. De mentale factoren die de geest vergezellen. Want zonder metgezellen is er geen bewustzijn. In totaal zijn er 51 mentale factoren. Opmerkzaamheid is er een van en concentratie een andere. En ook intelligentie en wijsheid behoren tot de mentale factoren. Net als gehechtheid, boosheid, verwaandheid, onwetendheid en twijfel.
Metgezellen zijn er altijd, tenzij je in een dusdanig diepe meditatieve staat bent dat er een toestand ontstaat van bewustzijnsverlies. Dit kan kort en lang duren, maar is altijd tijdelijk.
Daarna zijn ze er weer, de mentale factoren die opkomen in de vorm van gedachten, emoties, verlangens en intenties en die heilzaam en onheilzaam kunnen zijn.
Wat doen we tijdens de meditatie? We observeren en niet meer. We observeren het opkomen en wegvallen van de metgezellen.
Laten we het concreet maken. Je hebt ergens zin in, of wilt iets hebben. Met andere woorden, er ontstaat verlangen. Door het observeren kun je de opkomst van dat verlangen opmerken en ook de sensaties en gedachten rondom dat verlangen.
Hetzelfde geldt voor het oordelen. Door het observeren kun je de opkomt van dat oordelen opmerken en ook de sensaties en gedachten rondom dat oordelen.
Je bent opmerkzaam, als een voyeur die slechts toekijkt en zich niet mengt in het proces van opkomen en wegvallen van de metgezellen, de mentale factoren in de geest. De eindeloze reeks van dominostenen die elkaar aantikken en wegvallen.
Waarom is het belangrijk om te contempleren op de metgezellen?
Zo worden we er meer en meer bewust van dat we geen controle hebben, dat er niet zoiets is als een sturende entiteit die ‘ik’ heet en dat niets blijvend is.
En waarom zou je dat willen weten?
Omdat het de waarheid is. Omdat je niet in een illusie wilt leven.
Omdat je zo het pad bewandelt van helderheid en wijsheid dat leidt tot werkelijke vrijheid en geluk.
Daarom is er in de Satipatthana naast aandacht voor de ware aard van het lichaam, de ware aard van gevoel en de ware aard van de geest, aandacht voor de werkelijke aard van de mentale objecten zoals onze gedachten.
Want, inderdaad, je gedachten kun je niet kiezen.
Dhamma tekst over mededogen / Karuna
Gedicht van Joris
Tevreden zijn
Helemaal gelukkig zijn
Kan het zonder die pijn?
Tevreden zijn met wat je hebt
Weten dat je iemand gelukkig maakt
Nee, niet een beetje maar echt
samen zoeken naar rust die waakt
Helemaal gelukkig zijn,
Een lach op het gelaat en in je ogen.
Een hele grote dosis mededogen,
wanneer je er wilt zijn,
als iemand je nodig heeft.
Weten dat je zó goed leeft.
Mededogen.
Het hart trilt bij het zien van leed en wil ik in actie komen om dat leed weg te nemen. Zo typeert het Boeddhisme Karuna, mededogen.
Mededogen.
Een mooie vraag aan jezelf is: Wanneer heb ik mededogen?
Als ik langs een zwerver loop op straat en hem of haar een paar euro geef? Is dat mededogen?
Of als ik overmand wordt door verdriet als gevolg van de pijn en ellende van iemand die ik lief heb?
Of als ik een tor die op z’n rug ligt voorzichtig omdraai?
Of als ik een kind tegenhoudt dat te dicht bij het vuur komt?
Of als ik per ongeluk een e-mail heb gestuurd aan iemand voor wie die niet bedoeld was? Heb ik dan mededogen met mezelf?
Wanneer heb ik mededogen?
Sta even stil bij de vraag: wanneer voelde ik vanmorgen of gisteren mededogen?
De Boeddha, toen nog prins Siddharta, verliet het paleis van zijn vader en werd voor het eerst geconfronteerd met armoede, ziekte en doodgaan. Daarop verliet hij het paleis en ging de wereld in om een oplossing te vinden voor al dat leed. Uit mededogen.
Moge alle mensen, alle levende wezens, gelukkig zijn, vrij van lijden. Dat werd zijn missie.
En hij vond die weg zoals we weten: het achtvoudige pad naar verlichting.
Mededogen.
Kenmerkend voor mededogen is de drang om in actie te komen en iets te doen om het lijden van anderen te verminderen of weg te nemen. Gebaseerd op het inzicht dat alle levende wezens met elkaar verbonden zijn.
Daarmee is mededogen echt iets anders dan medelijden. Medelijden blijft meer op afstand en kan zelfs neerbuigend zijn.
Mededogen is ook iets anders dan empathie. Empathie is het vermogen om je te kunnen inleven in de gedachten- en belevingswereld van een ander. Daarmee is empathie wel een belangrijke voorwaarde voor het beoefenen van mededogen.
Mededogen leunt op Metta, liefdevolle vriendelijkheid. Het tonen van mededogen kan dan ook niet zonder Metta. Net als Metta behoort Karuna tot de Brahmavihara’s, de vier verheven staten. Volgende maand staat in het teken van de derde verheven staat, Mudita, medevreugde en in mei gaat het over Upekka, gelijkmoedigheid.
Venerable Nyanaponika Thera zegt in zijn boek The Four Sublime States: “Van deze vier houdingen wordt gezegd dat ze verheven of subliem zijn omdat ze de juiste of ideale manier van gedrag zijn ten opzichte van levende wezens. Ze bieden in feite het antwoord op alle situaties die voortvloeien uit sociaal contact. Ze zijn de grote verwijderaars van spanning, de grote vredestichters in sociale conflicten en de grote genezers van wonden die in de strijd van het bestaan zijn opgelopen. Ze heffen sociale barrières op, bouwen harmonieuze gemeenschappen op, doen vreugde herleven die lang verlaten was en bevorderen menselijke broederschap tegen de krachten van zelfzucht.”
De Boeddha moedigde ons aan om Karuna te cultiveren, verder te ontwikkelen.
Hoe doe je dat?
Allereerst door meditatie. Door regelmatig mediteren kun je je vermogen om mededogen te voelen voor alle levende wezens vergroten.
Daarnaast is zelfreflectie van belang. Door zelfreflectie kun je je eigen gevoelens van mededogen onderzoeken, begrijpen en verder ontwikkelen.
Door het beoefenen van liefdevolle vriendelijkheid en compassie om te zetten in actie kun je het vermogen om mededogen te voelen verder vergroten.
Dhamma talk over mededogen / Karuna
Compassie, Karuna in het Pali, is de tweede Brahmavihara. Vanuit het Pali worden de Brahmavihara’s wel vertaald als de kwaliteiten van het hart. Brahma betekent letterlijk goddelijk en vihara betekent verblijfplaats. Het Pali is de taal waarin de lessen van de Boeddha zijn opgeschreven. De taal wordt niet meer gesproken en is daarmee een zogeheten dode taal. Maar in het Boeddhisme is de taal nog springlevend.
Waarom zijn de Brahmavihara’s zo wezenlijk binnen het Boeddhisme?
Het in praktijk brengen van de Brahmavihara’s leidt tot een diepe staat van onbegrensd en onvoorwaardelijk welzijn.
Compassie
De tweede Brahmavihara, compassie is de diepe innerlijke wens dat anderen vrij blijven van lijden en van de oorzaken van lijden. Het is het vermogen om de eigen behoeften even opzij te zetten en zonder eigenbelang naar het leven van anderen te kijken. We vergeten daarbij niet compassie te hebben met onszelf, maar zetten onze eigen belangen opzij als dat nodig is.
En als we dat doen, naar het leven van anderen kijken, dan zien we dat mensen op zoveel verschillende manier lijden. De hele wereld is vol van lijden. En het is een grote stap om je ogen en hart daarvoor te openen.
Maar als we daadwerkelijk onze ogen en hart openen, dan komt de zin: mogen zij vrij zijn van lijden, eigenlijk vanzelf op.
En dan vraag je je vanzelf ook af wat de oorzaak is van al dat lijden.
Hoe komt het toch dat mensen zo verstrikt zitten in problemen en ellende?
Dat komt door de manier waarop zij en ook wij, naar de wereld kijken en al die negatieve emoties als afkeer, begeerte, jaloezie etc. die daarbij opkomen. Door die emoties zitten mensen vast in patronen die dat lijden veroorzaken.
De bron van al die ellende ligt in feite bij ons eigen gedrag.
Daarom is het zo belangrijk om jezelf en anderen niet alleen toe te wensen vrij te blijven van lijden, maar ook van de oorzaken van dat lijden. En daarvoor is inzicht nodig.
Daarom hoort bij compassie altijd een mate van wijsheid.
Inzicht en wijsheid zijn van belang voor het verder ontwikkelen van mededogen.
Wijsheid en mededogen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en worden wel de twee vleugels van verlichting genoemd.
Hoe ziet die verbondenheid er dan uit?
De Boeddha ging de wereld in en zag armoede, aftakeling, ouderdom en sterven. Kortom, hij zag lijden en maakte er zijn missie van om dat lijden te beëindigen, uit compassie.
Hij maakte de volgende vier edele waarheden tot het fundament van het Boeddhisme.
- Er is lijden
- Lijden heeft een oorzaak, namelijk verlangen, afkeer en onwetendheid
- Er is een einde aan lijden mogelijk
- Het einde van het lijden wordt bereikt door het achtvoudige pad
In het Boeddhisme is lijden een veel ruimer begrip dan alleen fysiek en geestelijk lijden. Ook ongemak en ontevredenheid horen bij lijden.
- Als je bij de supermarkt een karretje treft met defecte wielen.
- Als je onder een warme douche staat en er komt ineens ijskoud water uit de douchekraan.
- Als je vlucht wordt geannuleerd terwijl een fijne vakantiebestemming op je wacht.
- Als je het gras aan het maaien bent en de grasmaaier begeeft het.
- Als we tegen fysieke beperkingen oplopen waardoor we misschien niet kunnen sporten of andere dingen doen die we graag doen.
- Als je een hoestbui krijgt tijdens het geven van een Dhamma talk.
Het zijn voorbeelden uit het dagelijks leven die we allemaal kennen. Gebeurtenissen die ons overkomen en waar we geen controle over hebben.
Lijden in het Boeddhisme kent dan ook vele lagen.
Veel van het lijden vloeit voort uit een van de drie kenmerken van het leven, namelijk Anicca, ofwel vergankelijkheid en veranderlijkheid. Niets is blijvend en verandert voortdurend. En niets is volkomen gelukkig makend, dat is Dukkha en we hebben nergens de controle over en dat is Anatta. Als we hier niet van doordrongen zijn, dus onwetend zijn, dan leveren al die onverwachte gebeurtenissen stress op, weerstand, afkeer, boosheid en dus lijden.
Vergankelijkheid hoort bij het leven, alles is vergankelijk. Dat is de natuur van alles wat er is. Dus ook wij zijn vergankelijk. Je daartegen verzetten is lijden. Alles wat leeft, leeft met diezelfde natuurwet in onderlinge verbondenheid.
Compassie komt voort uit een dieper bewustzijn en besef van die onderlinge verbondenheid van alle wezens. Het besef dat het lijden van één persoon het lijden van allen is. Het besef dat iedereen lijdt, je staat er niet alleen voor.
En compassie is het antwoord op het lijden in de wereld. Compassie en lijden hebben een duidelijke relatie met elkaar. Naarmate we de natuurwetten van het leven meer accepteren en onze eisen om het leven anders te laten verlopen afnemen is er meer ruimte voor acceptatie, liefde en mededogen.
Hoe ziet compassie eruit?
Compassie is het trillen van het hart bij het zien van het leed van anderen en het verlangen om iets aan dat lijden te doen.
Compassie zorgt dan voor verbinding. Compassie is in staat zijn om je te verplaatsen in het perspectief van een ander en dit te erkennen als de waarheid van die ander. Met andere woorden, je probeert die niet veranderen met jouw mening. Hoe vaak proberen we een ander te helpen met het geven van allerhande adviezen vanuit ons eigen perspectief. Dat is iets heel anders dan Karuna.
Dus niet oordelen en dat is niet makkelijk.
Compassie is de emoties van de ander herkennen. Compassie is met mensen meevoelen. Ze het gevoel geven er niet alleen voor te staan.
En dat is iets heel anders dan boos en verdrietig worden als je ziet dat mensen lijden onder onrecht en machtsmisbruik. Dan is er sprake van afkeer. En wat kunnen we voor een ander betekenen als we vastzitten in ons eigen verdriet, onze eigen boosheid en afkeer?
Compassie is van binnen voelen wat het betekent om de pijn te ervaren die een ander ervaart.
Compassie is een keuze. Want om je met de pijn van een ander te verbinden moet je je verbinden met iets in jezelf dat dat gevoel kent. En dat is niet altijd fijn en makkelijk.
Compassie is doen wat je kunt doen om het lijden van anderen te verminderen.
Het Boeddhisme onderscheidt de volgende stappen:
- Je vormt en voelt de liefdevolle aandacht in je hart
- Je bouwt dan een mentale connectie op met een ander persoon
- Je probeert de pijn mee te voelen die de ander voelt, zonder erin te verzinken
- Dan kan er automatisch compassie voor die ander ontstaan
- ‘Hun pijn is je eigen pijn’ en vandaaruit neem je de stappen om hen te helpen met wat ook voor jouzelf zou helpen.
Dhamma tekst over medevreugde / Mudita
Medevreugde ofwel meelevende vreugde, Mudita in het Pali
Mudita, hoe ziet dat eruit?
Onbaatzuchtig blij zijn voor een ander en met het succes van een ander.
Blij zijn voor een ander zonder eigenbelang.
Oprecht, zonder voorbehoud.
Zonder een knagend jaloers stemmetje.
Dat klinkt zo eenvoudig. Maar was dat maar waar.
Want hoe vaak komen onze eigen belangen in het vizier als we zien dat het een ander goed gaat, als een ander geluk toevalt, als een ander het beter heeft dan wij.
En ik dan? Zegt het stemmetje in je achterhoofd? Dat stemmetje dat automatisch opkomt, ook al wil je dat niet. Ook al wil je oprecht blij zijn voor de ander.
Wanneer gebeurt dat dan?
Je bent bijvoorbeeld al heel lang op zoek naar een woning en een goede vriend van je heeft er een gevonden, een mooie en nog betaalbare ook.
Je bent al geruime tijd aan het daten, maar de ware zat er tot nu toe niet bij. Je vriendin heeft meer geluk en heeft inmiddels een vaste relatie.
Je hebt zo je best gedaan om voor promotie in aanmerking te komen, maar de baan gaat naar een collega.
Of je bent op ski-reis en vindt het best een beetje eng om van de zwarte piste af te skiën terwijl de anderen van de groep je in grote snelheid voorbij racen.
Of je dochter wordt gepasseerd voor de hoofdrol in de schoolmusical terwijl jij ervan overtuigd bent dat zij geknipt is voor die rol.
In feite dienen zich bijna elke dag weer situaties aan waarin dat stemmetje van zich kan laten horen. Je bent dan misschien wel blij maar misschien ook met een donker randje. Je gunt het de ander, maar je gunt het jezelf ook.
En mag dat dan niet?
Hoe zit dat nou met Mudita.
Mudita is de derde Brahmavihara, de zogeheten verheven bewustzijnsstaten of goddelijke verblijfplaatsen. De eerste is Metta, liefdevolle aandacht, de tweede is Karuna, mededogen en de derde is Mudita, meelevende vreugde. De vierde is Upekka, gelijkmoedigheid. Daar gaan we volgende maand mee aan de slag.
Brahmavihara’s zijn bewustzijnsstaten die je kunt cultiveren en ontwikkelen, onder meer met behulp van meditatie.
De tekst waarin de Brahmavihara’s worden beschreven en die vaak in de sutta’s voorkomt is de volgende:
‘Hij verblijft terwijl hij één windstreek doordringt met zijn hart vol van meelevende vreugde. Zo ook de tweede windstreek en de derde en de vierde. Zo ook boven, beneden en rondom. Hij verblijft terwijl hij de hele wereld overal zonder onderscheid doordringt met zijn hart vol meelevende vreugde, overvloedig, ontwikkeld, onbegrensd, vrij van haat en kwade wil.’
Zoals liefdevolle aandacht (Metta) bij compassie contact maakt met de pijn bij een ander, maakt liefdevolle aandacht bij meelevende vreugde contact met de voorspoed bij een ander.
Ben je blij voor een ander, dan wordt de ander nog blijer. Als een ander oprecht blij is voor jou, dan vergroot dat ook jouw blijheid, jouw vreugde.
Door medevreugde kun je ook in contact komen met je eigen vreugde die geactiveerd wordt door de voorspoed bij een ander.
De Dalai Lama zei over Mudita: Als ik alleen gelukkig ben voor mezelf, dan is er relatief beperkte kans voor geluk. Als ik gelukkig ben als er mooie dingen gebeuren bij andere mensen dan zijn er miljarden meer gelegenheden om gelukkig te zijn.
Hoe vind je die mooie dingen die bij anderen gebeuren?
Allereerst door de intentie te hebben in het dagelijkse leven opmerkzaam te zijn op de vreugde en voorspoed van anderen en hier verbinding mee te maken. En dat laatste, die verbinding maken, is een uitdaging.
Want hoe ziet de praktijk er vaak uit?
Je bent op een verjaardagsfeestje en een van je vrienden vertelt over zijn succes, of geluk dat hem ten deel is gevallen. Hoe reageren wij vaak? We zijn onverschillig, maar laten dat natuurlijk niet merken. We roepen, oh wat fijn voor je, want we zijn reuze welopgevoed. Maar in feite gaat het verhaal het ene oor in en het andere weer uit. Of we nemen het verhaal over en beginnen over onszelf.
We blijven even bij het verjaardagsfeestje, en bij dezelfde vriend die vertelt over zijn succes. Hoe vaak komt het niet voor dat we iemand zijn geluk of succes eigenlijk niet gunnen. Bijvoorbeeld omdat hij dit succes in onze ogen niet heeft verdiend. Daar kunnen we talloze redenen voor hebben. We vinden de man niet sympathiek, we vinden zijn geluk niet passend gezien zijn afkomst, we vinden dat de overtuigingen van de man niet deugen en ga zo maar door. Maar in feite zijn we jaloers en afgunstig.
Of we het nou willen of niet, dit soort gedachten en emoties komen nu eenmaal bij ons op. En daarom is het zo belangrijk om ze te zien, om er opmerkzaam op te zijn. Alleen zo kunnen we ze loslaten en ervoor zorgen dat ze in de toekomst steeds minder opkomen.
Wat we ook kunnen doen is de vreugde bij een ander aanwakkeren door zijn of haar geluk aandacht te geven en er de ander bewust van te maken.
Bijvoorbeeld, een van je vrienden mag een jaar naar het buitenland voor zijn werk en doet daar redelijk neutraal over gezien alle voorbereidingen die dat met zich meebrengt. Jij weet dat hij dit altijd al graag had willen doen. En je zegt, goh wat fantastisch, wat fijn voor je. Door oprecht blij te zijn en dit kenbaar te maken, wakker je de vreugde bij jouw vriend aan.
Waarom vond de Boeddha Mudita zo belangrijk?
De Boeddha onderwees dat het cultiveren van medevreugde ons kan bevrijden van negatieve emoties en ons kan helpen om een vreedzamer en gelukkiger leven te leiden.
Door medevreugde te beoefenen kunnen we onze harten openstellen voor anderen en een dieper gevoel van empathie en mededogen ontwikkelen.
Het koesteren van medevreugde helpt ons om te ontsnappen aan de vicieuze cirkel van afgunst en jaloezie en stelt ons in staat om oprecht blij te zijn voor anderen.
Het draagt bij aan het creëren van een sfeer van vriendschap, harmonie en mededogen in relaties met anderen en het draagt bij aan ons eigen innerlijke welzijn en dat van anderen.
Dhamma tekst over gelijkmoedigheid / Upekkha
Gelijkmoedigheid, we kunnen ons er allemaal wel iets bij voorstellen.
- Niet bij het minste of geringste In de stress schieten.
- Niet het heft uit handen geven aan je emoties.
- De neiging tot voorkeur en afkeer onder controle houden.
Er zijn zoveel gebeurtenissen in ons leven die onze gelijkmoedigheid op de proef stellen.
- Een glas rode wijn dat omvalt op het witte tafelkleed.
- Een bestelling die niet aankomt.
- Een plotselinge regenbui tijdens een fietstocht.
- De verwarming die uitvalt.
- Een telefoontje van de crèche, wilt u uw kind komen ophalen terwijl je op kantoor zit.
- Een haperende internetverbinding tijdens een belangrijk online overleg.
- Een negatieve beoordeling, afwijzing of belediging.
We kennen ze allemaal die momenten die ons uit ons evenwicht brengen. Waarbij gelijkmoedigheid ons In de steek laat.
Maar wat nou als we wel in staat zijn gelijkmoedig op dit soort situaties te reageren? Als we vanuit innerlijke rust en emotionele stabiliteit met de ups en downs van het leven kunnen omgaan.
Dan stelt gelijkmoedigheid ons in staat om helder te denken en beter te reageren op uitdagende situaties.
Dan kunnen we stress-gerelateerde gezondheidsproblemen voorkomen.
We kunnen met meer begrip, mededogen en geduld met anderen omgaan.
We kunnen helder denken en objectief blijven bij het nemen van beslissingen.
We ervaren een gevoel van innerlijke vrede en welzijn.
Gelijkmoedigheid, Upekkha in het Pali, komt op tien plekken terug in de leer van de Boeddha, de Dhamma. Zo staat Upekkha naast kwaliteit van de geest ook voor neutraal gevoel, dat wil zeggen geen afkeer en geen voorkeur.
Upekkha de vierde Brahmavihara, de vierde hart kwaliteit. De eerste drie, Liefdevolle aandacht (Metta), Mededogen (Karuna) en Medevreugde (Mudita) zijn vooral naar buiten gericht. Upekkha is meer naar binnen gericht. Upekkha is direct verbonden met wijsheid en is geworteld in inzicht, zo wordt gezegd.
De directe vijanden van gelijkmoedigheid zijn begeerte en afkeer.
Upekkha is een kwaliteit die niet gehinderd wordt door vastpakken of wegduwen, die niet buigt naar links of rechts.
Gelijkmoedigheid blijft in het midden staan, wat er ook gebeurt zoals de pendule van een klok die niet uitslaat naar links of naar rechts.
Gelijkmoedigheid kent verschillende vergelijkingen. Eén daarvan is het laden van grote zeeschepen. Dat gebeurt altijd vanuit het middelpunt. Als je aan de achterkant of aan de voorkant zou beginnen met die zware containers dan weet je dat het schip gaat overhellen of zelfs kapseizen. Gewoon helder verstand weet dat je in het midden moet beginnen. Zo kun je vanuit het middelpunt gelijkmoedigheid verwerven, niet overhellend naar links of naar rechts.
Een andere vergelijking is: gelijkmoedigheid als de rots In de branding waar de golven hoog tegenop slaan terwijl de winden er tegenaan beuken.
Het Boeddhisme onderscheidt 8 wereldse winden die ons leven beïnvloeden en ons alle kanten op kunnen blazen.
Deze winden zijn:
- winst en verlies
- succes en falen
- lof en blaam
- plezier en pijn.
Deze acht winden staan ook voor de wisselvalligheid van omstandigheden en de veranderlijkheid van het leven
Als we in deze winden terechtkomen dan kan de geest makkelijk heen en weer geslingerd worden tussen gelukkig voelen en verdrietig zijn, tussen verheugen en wanhopig zijn, tussen teleurstelling en tevredenheid en tussen hoop en vrees.
Gelijkmoedigheid is als de rots die niet door de winden wordt bewogen.
Gelijkmoedigheid doorziet de dingen, het is een zijnskwaliteit, een kwaliteit van de geest. Die wijsheid groeit door inzicht en reflectie. Het doorzien van de ultieme realiteit namelijk dat alles verandert en niets blijvend is.
Je bent innerlijk vrij van de dingen waar je alles voor liet staan om te hebben of te krijgen. Je bent niet onverschillig maar vrij.
Als het er niet is, dan is het ook goed. Je kunt loslaten. Je kunt van de dingen genieten maar hoeft ze niet per se te hebben.
Wat kunnen we doen om gelijkmoedigheid te ontwikkelen.
- Met Vipassana meditatie kunnen we innerlijke rust en gelijkmoedigheid cultiveren. Door ons bewust te zijn van het huidige moment, de geest te observeren en door zonder oordeel te reageren leren we de geest om gelijkmoedig te reageren op de uitdagingen van het leven.
- Het ontwikkelen van inzicht in de aard van het lijden, de oorzaken ervan en de weg naar het beëindigen van het lijden (de vier Edele Waarheden in het Boeddhisme) helpt ons om gelijkmoedigheid te ontwikkelen ten opzicht van de veranderlijke aard van het leven.
- Door het loslaten van gehechtheid aan externe omstandigheden als de acht wereldse winden kunnen we een gevoel van innerlijke vrede en stabiliteit ontwikkelen.
Hoe anders gaan we dan om met het glas rode wijn dat omvalt, of de bestelling die niet aankomt of de internetverbinding die hapert. We weten dat niets blijvend is, dat alles opkomt en weer wegvalt en dat als we ons niet vastklampen of niet wegduwen, de pendule van de klok in het midden blijft staan en niet uitslaat naar links of naar rechts. Kortom er is innerlijke rust en stabiliteit. Er is gelijkmoedigheid.
Dhamma tekst over Juist Spreken (Achtvoudige Pad)
We hoeven echt niet ver te kijken om te zien hoe woorden en taal een wig kunnen drijven tussen mensen. Social media zijn een gewild platform voor scheldkanonnades. Politie, hulpverleners, ambulancepersoneel, onderwijzers en leraren, treinconducteurs en verplegend personeel, zij maken het dagelijks mee dat mensen hun frustraties op grievende wijze op hen botvieren.
Je denkt misschien dit zijn extreme voorbeelden. Maar helaas ook in de huiskamer en op straat gaat het heel vaak mis.
Taal, hoe is taal precies ontstaan? Daar zijn de geleerden het nog niet helemaal over eens. Maar er wordt wel aangenomen dat de vroege vormen van taal zijn ontstaan uit natuurlijke geluiden en gebaren die werden gebruikt om basisbehoeften en emoties uit te drukken. En dat is vandaag de dag nog steeds zo. Baby’s en peuters doen immers niet anders. En taal is ontstaan als een vorm van sociaal gedrag, waardoor onze voorouders effectiever konden samenwerken, informatie konden delen en sociale banden konden versterken. En ook dat is vandaag de dag gelukkig nog steeds dagelijkse praktijk. Maar helaas niet alleen.
Wanneer we de taal eenmaal machtig zijn gebruiken we onze woordenschat vaak te pas en te onpas, vaak zonder na te denken. Het lijkt of de taal alleen nog waarde heeft wanneer het gebruik ervan een doel is op zich, zoals in verschillende vormen van Kunst.
Ik vroeg me af, bij het voorbereiden van deze dag, hoe gebruik ik zelf taal. Hoe bewust ben ik bij het spreken. Hoe bewust luister ik naar de woorden van de ander of ben ik mijn antwoord al aan het bedenken? Wat is de intentie achter mijn woorden. Wil ik gelijk krijgen, een punt maken, een muur bouwen of wil ik verbinden? Hoe opmerkzaam ben ik voor en tijdens het spreken? In hoeverre spelen afkeer en voorkeur een rol?
En is er wel tijd voor die opmerkzaamheid. Het dagelijkse leven vraagt immers om snelle antwoorden. En ons bezinnen doen we meestal in stilte. En wat brengt het ons als we opmerkzaamheid toevoegen aan ons dagelijkse routine?
Juist Spreken maakt deel uit van het Achtvoudige Pad naar Verlichting. Het is de weg die de Boeddha wees naar een ontwaakt leven. Dit pad is weer onderverdeeld in drie categorieën. Samen met Juist handelen en Juiste leefwijze maakt Juist spreken onderdeel uit van Sila, Moreel ethisch gedrag. De andere twee categorieën zijn wijsheid en meditatie.
Wat wordt verstaan onder Juist Spreken?
- De waarheid spreken, onthouden van onwaarheid spreken (ofwel, niet liegen).
- Spreken dat leidt tot verbinding, niet spreken wat leidt tot verdeeldheid (bijvoorbeeld niet roddelen).
- Woorden gebruiken die verzachtend zijn om te horen, liefhebbend, die het hart raken, die beleefd zijn en aangenaam om te ontvangen, niet schelden en beledigend spreken.
- Spreken wat gepast is en in overeenstemming met het doel, onthouden van zinloos geklets, gebabbel.
Een manier om Juist Spreken te oefenen is via meditatie in dialoog, ofwel Insight Dialogue. Een methode die is ontwikkeld door Gregory Kramer en is gebaseerd op Vipassana meditatie, inzichtmeditatie.
Hij onderbouwt zijn methode als volgt:
“Veel van de spanning in onze levens ontstaat in relatie met anderen en veel van onze gevangenschap, onze angsten en verlangens hebben van doen met relaties. Onze relationele levens zijn vaak moerassen waar onwetendheid gevoed en voortgezet wordt. Ontkennen van de interpersoonlijke dimensie van onze spirituele ontwikkeling lijkt niet wijs. Interpersoonlijke beoefeningen kunnen ons helpen gelukkiger en zorgzamer te worden. Insight Dialogue is zowel een beoefening van levensstijl als een beoefening voor diepe retraites. Het vult dat deel van het pad op dat veelal over het hoofd is gezien, namelijk het interpersoonlijke, en maakt diepe sereniteit en inzicht, samen met volledig geëngageerd mededogen mogelijk.”
Opmerkzaamheid en rust vormen de basis van het Insight Dialogue meditatieproces.
En de methode kent de volgende meditatie instructies:
1. Pauzeren, ontspannen en openen
2. Vertrouwen op het opkomen
3. Aandachtig luisteren en de waarheid spreken
Vanmiddag gaan we hier op verder.
Tenslotte nog een vraag die vaak opkomt als het gaat om Juist spreken, namelijk vrijheid van meningsuiting.
Vrijheid van meningsuiting kan ook betekenen dat je je niet uit als je weet dat je anderen daar bewust mee kwetst. Als jouw tekst alleen bedoeld is om te kwetsen en geen hoger doel dient. Het betekent dat je je bewust bent van het onheilzame krenkende en kwetsende karakter van je woorden. Vrijheid van meningsuiting moet altijd onbegrensd zijn maar is een zusje van fatsoen, compassie (mededogen) en metta (liefdevolle aandacht). Vrijheid deel je met anderen, kwetsen niet.